01 april 1999
KFOR-2

KFOR roadblok

In het voorjaar van 1999 beginnen NAVO-troepen luchtaanvallen op het voormalig Joegoslavië en Kosovo met als inzet een humanitaire ramp in Kosovo te voorkomen. Op 9 juni 1999 worden de bombardementen formeel beëindigd. De Joegoslavische troepen dienen zich terug te trekken uit Kosovo en een internationale vredesmacht KFOR wordt ontplooid. Nederland neemt deel met 1 (NL) Geniehulpbataljon.

KFOR roadblok
KFOR roadblok

Acie 17 Painfbat GFPI

De nadruk van KFOR1 ligt op militaire veiligheid, KFOR2 zal zich gaan richten op humanitaire projecten in Kosovo. 1 (NL) Geniehulpbataljon zal voor wat betreft de infanteriebeveiliging worden ingevuld met de Alfa Compagnie van 17 Painfbat GFPI.
 

Compagniescommandant Majoor E. Kaspers vertrekt begin januari 2000 met zijn 'Alfa-tijgers'. Natuurlijk dragen zij het inmiddels bekende 'Irenekoord' tijdens hun missie.

De compagnie komt aan op de base van het Geniehulpbataljon, Canauba Hill in Prizren. Hier wordt de compagniescompound ingericht. Deze krijgt de naam 'Sumatra' als eerbetoon aan het 5e Indië-bataljon. De pelotonspost heet 'Hedel' en is gevestigd in Sredska, een klein dorp, centraal in het gebied van verantwoordelijkheid.

Het wordt een periode van hard werken in het ruige landschap van Kosovo. Veel patrouilleren en vooral heel veel verplaatsen. Het eerste peloton wordt ingezet in Kosovska Mitrovica en de compagnie verleunt steun aan 1st (US) Batallion 63rd Armor Regiment. Het hoogtepunt was de internationale samenwerking met de Amerikanen en de Duitsers.

De rotatie terug naar Nederland komt eerder dan verwacht. In verband met de deelname van het bataljon aan SFOR-10, komt de compagnie weer op 1 mei onder bevel van het Geniehulpbataljon. Op 18 mei vertrekken de 'Tijgers' naar Nederland. Een succesvolle missie wordt afgesloten!