''Wij zijn Fuselier, vol trots hier in ons Brabantse land...''
De Irenemars
Het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene heeft een eigen defileermars; “de Irenemars”. In 1943 componeerde Sergeant P.W.H. Lammers in Engeland de "Mars van de Prinses Irene Brigade". Hij sneuvelde op 14 augustus 1944 als eerste militair van de Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene in de omgeving van het Kasteel van Saint-Côme. Dit is een kasteel even buiten het plaatsje Bréville-les-Monts (Normandië).
In 1992 schreef de toenmalige Regimentsadjudant F.H.J. Choinowski een tekst bij deze mars. Sindsdien doet de mars met de tekst dienst als Regimentslied (het Fuselierslied). In 2018 werd door Generaal-majoor b.d. R.W. Hemmes een tweede couplet van de Irenemars gepresenteerd. Dit deed hij bij het Kasteel van St. Côme (de locatie waar de Sergeant P.W.H. Lammers sneuvelde).
Het Fuselierslied wordt tijdens belangrijke momenten en ceremonies van het Regiment ten gehore gebracht en meegezongen. Het Fuselierslied wordt altijd staande gezongen. De tekst is als volgt:
“Wij zijn Fuselier
Vol trots hier in ons Brabantse land
Irene is de naam
Van ‘t Regiment in’t Oirschotse zand
Oud-strijders gaan ons voor
Dat geeft ons moed en berenkracht
Goed voorbeeld doet goed volgen
Een Fuselier die altijd lacht!
Wij zijn Fuseliers
Vol trots met het invasiekoord
Van Brigade en Garde
Zetten wij nu de tradities voort
In internationaal verband
Wordt vrijheid en ook vrede gebracht
Goed voorbeeld doet goed volgen
Van Fuseliers wordt dat verwacht!"
Nederlandse Militaire Mars "Prinses Irene Brigade"
Het eerste en tweede couplet van het Fuselierslied
Muziekkorpsen
Al in 1940 werd in Engeland een muziekkorps opgericht. Onder leiding van Kapelmeester Luitenant de Groot ontstond hieruit een professioneel korps dat al snel een officiele status kreeg. De in Engeland opgerichte ''Royal Netherlands Brigade Princess Irene Military Band'' verzorgde op 10 mei 1941 haar eerste optreden in de straten van Londen. Vanaf 1944 werden de muzikanten ingelijfd bij de militairen te velde als gewondenverzorgers. Ook waren zij te horen via de radio en grammofoonplaten.
De vele muziekkorpsen binnen de landmacht waren er niet voor niets in het verleden. Van oudsher diende de trom, de fluit en de trompet om signalen te geven aan de troepen. Hiermee gaven de muzikanten de orders door op het slagveld (“aanvallen”) of in de kazerne (“reveille”). Muziek gaf ook het tempo aan tijdens marcheren. Zo had lange tijd elk infanterieregiment een eigen muziekkorps, de zogenoemde stafmuziek.
Dankzij moderne communicatiemiddelen worden orders niet langer meer met trommels en trompetten gegeven. Toch vervult de militaire muziek nog steeds een belangrijke functie. Muziekkorpsen zijn het visitekaartje van de krijgsmacht bij vele optredens, zoals taptoes, beëdigingen en parades buiten de kazerne.
Het Tamboerkorps
In 1948 werd een muziekkorps bij het Garderegiment in Arnhem opgericht. Dit tamboerkorps van het Garderegiment zette de traditie voort van het muziekkorps van de Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene.
Bij de verhuizing van het Regiment naar Assen ging ook het tamboerkorps mee naar het Noorden: Zuidlaren werd de nieuwe standplaats. De burgerij van Assen schonk het basisinstrumentarium. Het tamboerkorps speelde vooral bij de verplaatsing van de eenheid, tijdens oefeningen en van en naar het... station.
In 1956 werd het tamboerkorps definitief onderdeel van het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene en in 1961 kreeg het een eigen ceremonieel tenue, gebaseerd op het tenue van Engelse militaire muzikanten. Vele jaren werden overal optredens verzorgd, waaronder de Nationale Taptoe; initieel in Delft en later in Breda.
Vanaf 1988 trad het tamboerkorps samen met dat van het Garderegiment Grenadiers op als "Drumfanfare Grenadiers en Fuseliers". Alle muzikanten waren dienstplichtigen en vervulden naast hun taak als muzikant ook een organieke functie bij het pantserinfanteriebataljon.
Eind 1991 kwam er een einde aan het bestaan van het tamboerkorps. Formeel werd het tamboerlorps niet opgeheven maar wordt de traditie voortgezet door de Koninklijke Militaire Kapel.

