In de voetsporen van mijn vader Karel Zwart
Ik zal mij eerst even voorstellen. Mijn naam is Jolanda de Jong - Zwart. Ik ben een soldaten dochter. Mijn vader (Karel Zwart) is een oud-strijder van de Prinses Irene Brigade en heeft meegeholpen met de bevrijding van Nederland. Hij heeft ook drie jaar in Nederlands-Indië gediend. Met een kleine uitstap naar de particuliere sector was hij al snel weer terug bij de Landmacht. Ik ben opgegroeid met militaire familie en kennissen. Mijn “ooms” zaten allemaal in het leger. Ik ben later zelf, als burger, ook bij Defensie gaan werken. Eerst op de Frederik Hendrik kazerne (mijn vader op de Alexander kazerne in die periode) in Den Haag en daarna op de Knoop en Hojelkazerne in Utrecht. Daar creëerde ik mijn eigen “militaire” familie. Ik voelde me daar helemaal thuis
“Vader sprak niet vaak over zijn militaire verleden”
Mijn vader sprak niet vaak over zijn militaire verleden (acties.) Hij vertelde wel altijd als we in de buurt van Hedel waren dat daar zwaar gevochten is. We zijn er vaak langs gereden. Ik heb het dus heel vaak gehoord. Achteraf vreemd of meer jammer dat hij ons nooit naar de plek heeft gebracht waar zich dit allemaal heeft afgespeeld. Ook vertelde hij, nadat hij in Zeeland tot twee keer toe gevangen was genomen door de Duitsers, hij in Biggekerke was ontsnapt mede door een vrouw die hem naar binnen riep. Over Nederlands-Indië werd ook niet veel gesproken. Wel over zaken uit zijn tijd in Suriname maar dat was een heel andere uitzending. Na zijn pensionering is hij toch weer actief betrokken geraakt bij “zijn Fuseliers”. Dat was voor hem zijn familie. Daar voelde hij zich thuis.
Begraven met militaire eer in Loenen
Mijn vader is twee jaar geleden overleden nadat hij, de laatste twee jaar van zijn leven, in een verzorgingshuis voor dementerenden heeft gewoond. Hij is met militaire eer begraven op de Nationale Veteranenbegraafplaats in Loenen. Dit is zoals hij had besproken met de Regimentsadjudant, de Regimentskapitein en de Regimentscommandant. Hij had de uitdrukkelijke wens niet vergeten te worden. De Fuseliers en oud-Fuseliers bleven mijn vader opzoeken in het verzorgingshuis. Mijn vader genoot van deze bezoeken. Dit hebben wij als familie enorm gewaardeerd. Toch bleef ik nog met veel vragen zitten. Wat heeft mijn vader al die keren meegemaakt en gezien tijdens zijn Normandië reizen?
Hoe was dit voor hem? Wat hield hem bezig? Waarom keek hij er altijd zo naar uit? Wel vertelde hij over de koorduitreikingen en dat de bevolking daar zo trots was op de oud-strijders en dat ze altijd met open armen werden ontvangen.
Lid van het Genootschap en Normandië
Dit jaar zijn mijn man en ik lid geworden van het Genootschap. Zo blijven ook wij betrokken bij het Regiment. Mijn nieuwsgierigheid en interesse werd na het overlijden van mijn vader steeds groter. Na contact te hebben gehad met Nelleke Swinkels heeft zij gevraagd of wij met het Genootschap wilden optrekken tijdens onze vakantie.
Dit leek ons een geweldig goed plan. Ik was dan ook ontzettend blij met de uitnodiging van Regimentscommandant Luitenant-kolonel Niels Verhoef en Regimentsadjudant Adjudant Peter Bakkes om mee te mogen reizen met andere Regimentsgenoten en leden van het Genootschap en zo in de voetsporen van mijn vader te treden.
Dit allemaal als eerbetoon aan mijn vader. Mijn man en ik waren al in Normandië op vakantie met de caravan. We stonden op een camping nabij Arromanches. Op deze camping werd het steeds drukker met gasten met oude legervoertuigen en motoren die hier speciaal naar toe waren gekomen om D-Day te herdenken.
Arromanches
Van 4 /m 7 juni hebben we onze camping verruild voor hotel Les Villas d’Arromanches om ons aan te sluiten bij de leden van het Genootschap VvdF en de andere gasten van het Regiment. Het hotel was prachtig en we hebben de bus met gasten daar kunnen verwelkomen. Het klikte direct met de leden van het Genootschap die wij nog niet kenden en het weerzien met de leden die wij al wel kenden was warm. Het is een ontzettend fijn gezelschap, op de een of andere manier voel je je sterk verbonden met elkaar.
Deze vier dagen zijn we op alle plekken geweest waar ook mijn vader is geweest. De eerste avond hebben we gegeten op het kamp. Heerlijk vertrouwd, aan lange tafels. Wat een gezelligheid en wat voelden we ons welkom. Daarna in het hotel samen nog wat gedronken. Fijn om zo elkaar nog wat beter te leren kennen.
Battlefieldtour en kranslegging bij Saint Côme
De tweede dag onder de begeleiding van reisleider sergeant-majoor Michel naar de 360 gr cinema, en later de beroemde Pegasus brug overgestoken. De Battlefield tour gereden met uitleg van Sm Michel Jansen. Daarna naar Saint Côme waar ik met de Compagniescommandant Kapitein Wouter Roël een krans bij het monument mocht leggen. Dit was voor mij zeer emotioneel en erg indrukwekkend.
Koorduitreiking en museum
‘s Middags de koorduitreiking op het strand door de DIG-dragers aan de nieuwe Fuseliers. Jarenlang hebben de Oud-strijders de koorden uitgereikt, helaas zijn alle Oud-strijders inmiddels overleden. Ontzettend mooi om te zien hoe de DIG-mannen deze taak met veel respect van de Oud-strijders hebben overgenomen.
Een nieuw kippenvelmoment was toch echt toen het Vaandel intrad en het Wilhelmus werd gezongen. Uiteraard ook toen het Fuselierslied werd ingezet.
Bijzonder was dat bij de koorduitreiking en de herdenkingsceremonie de 100-jarige Sir David Marshall, Amerikaans Tweede Wereldoorlog veteraan, onder begeleiding van Majoor Marco Kroon aanwezig was. Mooi om te zien hoe hij genoot toen ook hij het Koord kreeg uitgereikt.
Natuurlijk was het moment van “het te water gaan” ook superleuk om te zien. Het weer zat mee, het zeewater was gelukkig niet al te koud, maar toch…..
Na de ceremonie begon het te stortregenen, wat een geluk hebben we gehad. Daarna nog een bezoek aan het nieuwe museum van Arromanches, wat ook weer erg interessant en leerzaam was. ‘s Avonds regende het nog steeds. Ook nu was het opvallend hoe welkom we waren op het kamp, de busjes reden af en aan om ons van het hotel naar het kamp te rijden. De Fuseliers trokken alles uit de kast om het naar ons zin te maken. De mannen en vrouwen met paraplu’s hielpen ons om droog over te komen.
D-day ceremonie op 6 juni
De volgende ochtend met z’n allen naar het plein van Arromanches gelopen om de ceremonie bij te wonen. Weer zo’n kippenvel moment. Het was druk met veel toeschouwers rondom het plein. Er waren kransleggingen en toespraken van onder meer de Regimentscommandant, de burgemeester van Arromanches, de ambassadeur van Nederland en andere hoogwaardigheidsbekleders. Regimentscommandant Björn Wijnen heeft samen met Madeleine, de echtgenote van wijlen Genmaj Rudi Hemmes namens het Regiment een krans gelegd. De militaire omlijsting van deze ceremonie was indrukwekkend en perfect uitgevoerd. Het geheel werd afgesloten met een Vin d’Honneur bij de burgemeester. De hapjes die hierbij geserveerd werden waren van 3 sterren niveau. Laat dat maar aan de Fransen over!
Amerikaanse Begraafplaats in Colleville-sur-Mere en Pont Audemer
Daarna naar Colleville-sur-mer onder begeleiding van Sm Michel Jansen. Wat mooi en indrukwekkend is deze Amerikaanse begraafplaats, vooral door de achtergrondinformatie gegeven door Sm Michel.
De volgende en tevens ook de laatste dag, naar Pont Audemer. Wij reden er met de auto achteraan omdat de bus na deze herdenking terug naar Nederland ging en wij onze vakantie weer verder gingen oppakken. Ook deze herdenking was erg indrukwekkend. Zo mooi om te zien hoe de burgemeester en zijn team de herdenking hebben opgepakt terwijl het er in eerste instantie op leek dat ze niet helemaal goed voorbereid waren. Wat een mooie toespraken weer. Dorthy, de dochter van Oud-strijder Frans van der Meeren, legde samen met Kapitein Wouter Roël hier een krans namens de Brigade. Wat helemaal geweldig is, is dat er een Prinses Irene Park komt in Pont Audemer, zo beloofde de burgemeester, die ook meteen erelid van het Genootschap werd! Ik hoop hier toch nog een keer te kunnen rondwandelen. De burgemeester had in zijn jonge jaren drie jaar in Nederland gewoond en sprak zeer goed Engels. Een humorvolle man die niet te beroerd was om ook zelf de hapjes rond te brengen. Hij kreeg van Regimentskapitein Daan een prachtig schilderij overhandigd en natuurlijk een fles Nederlandse Calvados. Na deze ceremonie hebben we afscheid van elkaar genomen en vertrok de bus met onze GFPI-vrienden weer richting Nederland. We hebben nog wat rondgewandeld in Pont Audemer en zijn toen vol fijne herinneringen teruggereden naar onze camping om onze vakantie verder voort te zetten.
Wat heeft mij het meest aangesproken?
De gesprekken met enkele DIG mensen, ook met mensen die mijn vader goed gekend hebben. De bevlogen en behulpzame mensen van het GFPI, Regimentscommandant Björn Wijnen, Regimentsadjudant Peter Bakkes, Regimentskapitein Daan Dame en Adjudant Corné Brands, de toespraken van aalmoezenier Jan van Lieverloo, de uitleg en betrokkenheid van Sm Michel Jansen en natuurlijk niet te vergeten de werkelijk perfecte organisatie door Nelleke. Ik lijk nu beter te begrijpen wat mijn vader zo aantrok. Het gevoel om onder elkaar te zijn. De erkenning en herkenning zonder uitleg te hoeven geven. De verbondenheid met elkaar. Je veilig voelen bij een groep, je begrepen voelen.
Ook vanuit de bevolking de waardering en het gevoel dat je gerespecteerd wordt, dit geheel in tegenstelling tot wat vaak het geval is in Nederland.
Grote familie
Ik heb dan wel twee jaar geleden mijn vader verloren maar ik heb het gevoel er nog een grote familie bij te hebben gekregen. Mijn man en ik willen dan ook iedereen bedanken die het voor ons mogelijk hebben gemaakt om deel te nemen aan deze herdenkingsreis.
Het is een onvergetelijke reis waar ik met liefdevolle gevoelens, zeer dankbaar en met mooie herinneringen op terugkijk.