Never a dull moment
De dagelijkse gang van zaken als Fuselier in de Westenbergkazerne Schalkhaar in de jaren ’70 en ’80 was zeker niet saai te noemen. Voor de Defensie-organisatie stond deze periode vooral nog in het teken van de koude oorlog, lees: de niet aflatende dreiging van een confrontatie met het Warschau Pact, tegenhanger van de NAVO. Maar ook de maatschappelijke ontwikkelingen binnen onze Nederlandse samenleving drukten een stevige stempel op deze periode. De Koninklijke Landmacht kreeg te maken met de VVDM (Vakbond Voor Dienstplichtig Militairen), een soldatenvakbond, mondige soldaten en als meest opvallend uitvloeisel: de vrije haardracht. Bovendien keek de samenleving steeds kritischer naar nut en noodzaak van haar zwaardmacht. Desondanks ging de bewapeningswedloop tussen Oost en West gewoon door en werd de bewapening steeds moderner. Natuurlijk waren deze ontwikkelingen van directe invloed op het werken binnen de kazernepoorten. Het meeste beroepskader paste zich echter in de praktijk van alle dag zonder al teveel moeite aan. Ook toen stond je immers als militair midden in de samenleving en groeide je mee met haar ontwikkelingen. Het 13e Pantserinfanteriebataljon GFPI, dat op de Westenbergkazerne gelegerd was, was een van de tien parate pantserinfanteriebataljons die de Koninklijke Landmacht in die periode rijk was, als onderdeel van het 1e Legerkorps, bestaande uit de parate 1e en 4e Divisie en de mobilisabele 5e Divisie. De opleiding en trainingscyclus voor de pantserinfanteriebataljons was hetzelfde. De band met ons Koningshuis en de daarmee gepaard gaande ceremoniële taken gaven ook toen een bijzonder tintje aan de diensttijd van de Fuseliers. De KL was toentertijd een dienstplichtig leger. Het bestond uit een mix van beroeps- en dienstplichtig kader en grote aantallen dienstplichtig soldaten. Het stond garant voor een onafgebroken cyclus van opleiden en trainen van grote aantallen dienstplichtige militairen.
De dienstplichtige soldaten stroomden rechtstreeks in bij het bataljon en kregen daar in de zogenaamde schoolcompagnie gedurende 4 maanden hun basisopleiding. Het dienstplichtig kader volgde eerst een kaderopleiding aan de School Reserve Officieren en Kader Infanterie in Ermelo en stroomden aan het einde van de “schoolperiode”? in bij de compagnie. Gedurende de rest van de periode bestond het programma uit een uitgebreid oefen- en trainingsprogramma. Dat varieerde van standaardoefeningen op het niveau van de groep, het peloton en de compagnie tot en met bataljonsoefeningen op oefenterreinen in binnen- en buitenland. Met regelmaat werd deelgenomen aan grote internationale NAVO-oefeningen, buiten de oefenterreinen in Duitsland. Die oefeningen waren steevast gericht op een confrontatie met het Warschau Pact. Realistisch nagebootst omdat nagenoeg het gehele optreden inclusief sterkte en bewapening van de tegenstander bekend was. Kortom, datgene wat er in de operatieplannen stond werd keer op keer beoefend. Verder stond er voor iedere compagnie de veertiendaagse oefening Pantserstorm bij het KCT (Korps Commando Troepen) in het jaarprogramma.
Ook voerde iedere compagnie diverse schietseries uit en knapte een week “sitewacht”? op in Darp of ’t Harde, als beveiliging van in Nederland opgeslagen kernwapens. De jaarlijkse zogenaamde CI (Commandanten Inspectie), waarbij het niveau van de hele eenheid op alle terreinen werd getoetst, als ook de periodieke MIO (Materieel Inspectie Orgaan) waarbij hetzelfde gebeurde op materieelgebied, vroeg om de nodige aandacht, extra training en onderhoud. Het oefenprogramma werd steevast afgewisseld door ceremoniële diensten, met Prinsjesdag als jaarlijks hoogtepunt. Met maar een bataljon op de Westenberg trokken de kazernewachtdiensten en compagniesdiensten ook nog eens een stevige wissel op het personeel. Daarnaast liepen specialisatie- opfris- en carrière cursussen voor het beroepskader dwars door het programma heen. Vanzelfsprekend, zoals ook nu nog, werd jaarlijks de verjaardag van het Regiment gevierd en was er de sportdag met deelname van het Belgische bataljon Bevrijding. Tenslotte mag het intensieve mess-leven, een niet onbelangrijke factor voor de saamhorigheid, niet ontbreken in deze opsomming. Terugkijkend was het intensief maar goed dienen in Schalkhaar. And never a dull moment!